Casus 2: Mevr. Claeys

Casus 2: Mevrouw Claeys
(casus van Tine Debackere)

Een sociaal verpleegkundige is werkzaam in een groot ziekenhuis. Vanuit de dienst gynaecologie krijgt ze mevrouw Claeys doorverwezen. Het is een vrouw van 32 jaar.
Ze komt haar bureau binnen en ze observeert. Ze is klein van gestalte, heeft donker haar. Ze loopt wat voorover gebogen. Haar kleren zijn slordig, haar coupe is onverzorgd. Ze maakt een nerveuze en teneergeslagen indruk. Ze gaat zitten in de stoel die ze haar aanbiedt en gaat met een kromme en gebogen houding zitten. Ze steunt haar ellebogen op haar knieën en kijkt de sociaal verpleegkundige niet aan als ze begint te spreken.
“Dokter, … of moet ik geen dokter zeggen? Ik weet niet hoe ik je moet noemen?”
De sociaal verpleegkundige reageert door te zeggen dat ze geen dokter is maar een verpleegkundige, maar als mevrouw Claeys het gemakkelijker vindt om haar dokter te noemen, dat dit geen probleem is. Ze is hier om naar haar verhaal te luisteren. Mevrouw Claeys slaat heel even haar ogen op en kijkt de verpleegkundige aan. Maar er is maar een heel kort oogcontact. Mevrouw Claeys slaat haar ogen direct neer en vervolgt.
“Het is vreselijk. Ik weet niet waar ik moet beginnen.” Er valt een stilte.
“Je weet niet goed hoe je alles moet verwoorden, maar dat is niet erg. We hebben tijd. Neem je tijd en ik zal naar je luisteren. Probeer maar te zeggen wat je wil vertellen en ik zal alles wel aan elkaar knopen.”
Mevrouw Claeys begint stilletjes te snikken. “Ik wou zo graag kinderen. Mijn man en ik wilden zo graag kinderen.” Stilte
“ Maar toen we na 7 maanden nog steeds niet zwanger waren, maakte ik me ongerust. God, wat ben ik stom geweest!” Mevrouw Claeys begint harder te snikken. Er valt een korte pauze en dan stroomt het hele verhaal eruit.
“Mijn man zit bij het leger. Hij moet soms lange tijd weg van huis als hij ergens gestationeerd is. Je weet ook dat er binnen het leger een reputatie is van stoer doen, naar de vrouwen kijken, prenten van blote vrouwen in de kastjes. Ik wist dat sommige mannen, ook mannen die getrouwd zijn, soms naar de hoeren gingen als ze zo lang weg waren van thuis. Mijn man vertelde me dat allemaal eerlijk. Maar hij deed dat niet, zei hij. Hij hield van me en zou dat nooit doen. En omdat hij alles zo eerlijk vertelde over de anderen, geloofde ik hem. Wat ben ik toch dom geweest!” Mevrouw Claeys huilt in haar stoel terwijl haar schouders schokken.
“Maar toen we kinderen wilden en ik nog steeds niet zwanger werd, ging ik naar de gynaecoloog. De gynaecoloog stelde na onderzoek vast dat ik een seksueel overdraagbare ziekte heb, waardoor ik nooit zwanger zal kunnen worden.” Er valt even een stilte.
“Mijn man was niet mee naar de gynaecoloog toen ik de diagnose hoorde, nu twee weken geleden. Hij was gestationeerd in de Ardennen. Toen hij het weekend nadien thuis kwam heb ik er hem ermee geconfronteerd. Hij heeft alles bekend. Ook hij ging mee naar de hoeren. Daar moet hij die ziekte opgelopen hebben en aan mij doorgegeven hebben. Hij heeft zich laten testen en hij is ook besmet.”
Mevrouw Claeys huilt niet meer maar zit kromgebogen in haar stoel.
“Ik zal nooit geen kinderen kunnen krijgen. Hij heeft me alles afgenomen. Mijn kinderen, mijn huwelijk, mijn vertrouwen in mensen. Hij is dat weekend zelf nog naar zijn ouders gegaan. Hij blijft daar nu voorlopig wonen. Hij heeft aan zijn ouders niet verteld wat er gebeurd is. Ik zou aan de hele wereld willen schreeuwen wat hij me aangedaan heeft. Ik wil hem nooit meer zien. Ik wil dat hij nog maar de helft van de pijn heeft van wat ik voel. Ik wil van hem scheiden. Maar hij belt me op en zegt dat hij nog van me houdt. En ik hield ook van hem. Soms word ik ’s nachts wakker en denk ik dat alles een nachtmerrie was. Maar het is niet zo. Ik weet niet meer wat ik moet doen. Ik kan en durf er met niemand over praten.”

Vragen en opdracht bij de casus:
1. Wat is de vraag van mevrouw Claeys? Hoe zou je te werk gaan? Welke begeleiding? Zou je de man erbij vragen? Waarom wel of niet? Wanneer wel of niet?
2. Waar zou je als hulpverlener over moeten waken? M.a.w. wat zijn valkuilen?
3. Wanneer zou je mevrouw Claeys moeten doorsturen naar een psycholoog of psychiater?

Reageer via onderstaande knop 'discuss'. De reactie van de docent zal op een afgesproken tijdstip geactiveerd worden.
Reactie van de docent - casus 2 - mevr. Claeys

Unless otherwise stated, the content of this page is licensed under Creative Commons Attribution-ShareAlike 3.0 License